Amper 18 jaar is hij. Fabio Van Den Bossche rijdt voor het eerst de ‘echte’ Zesdaagse van Gent. Hij doet dat aan de zijde van de Nederlander Nick Stöpler. Echt meedoen voor de eindzege is niet weggelegd voor het Belgisch-Nederlandse koppel. Halfweg de Zesdaagse staan ze op de voorlaatste plaats met 17 ronden achterstand. Genieten doet de jongste deelnemer ooit daarentegen wel met volle teugen.
“Ik was 1 jaar oud toen ik naar ‘t Kuipke kwam om mijn papa Gunther te zien koersen in de Gentse Zesdaagse, maar daar weet ik niets meer van. Het wielrennen zit in de genen van de Van Den Bossches, want naast mijn vader waren ook mijn grootvader en oom coureur. Ik mocht toen ik zowat 12 jaar was in het weekend naar ‘t Kuipke komen. Daar zat ik dan vol bewondering te kijken naar de renners die rondjes afmaalden op de piste. Nu sta ik er zelf. Een ongelooflijk gevoel geeft me dat”, straalt Fabio Van Den Bossche.
In de nevennummers bikkelt het koppel Van Den Bossche/Stöpler netjes mee voor de punten. “In de ploegkoers trekken we ook ons plan, maar wegen we iets te licht in vergelijking met de koppels waar Keisse, De Ketele, De Buyst en noem maar op deel van uit maken. Wij hebben echter geen druk op de schouders. Ik kan nog drie dagen genieten van mijn eerste Zesdaagse. Het zal wel afzien worden, maar dat hoort er nu eenmaal bij. Ik ben blij dat ik de kans kreeg om mee te rijden in deze 78e editie.” Er circuleert een foto op de sociale media waarop Fabio Van Den Bossche als fan op de schoot zit van Iljo Keisse. Dit jaar werd deze foto overgedaan.
“Het moet zowat 15 jaar geleden zijn dat die foto genomen werd. Ik was toen drie jaar. Op aanraden van Iljo werd de foto dit jaar overgedaan. Een mooi souvenir, maar ook de herinnering aan mijn eerste Zesdaagse zal ik nog lang koesteren”, besluit Van Den Bossche.